English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word his blood ran cold
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 The snows of the Dhallin Forest are red with the blood of men. | ||
(bleak; chilly; chill) | ||
🔗 The water was cold. | ||
; | ||
🔗 You want a few weeks of cold, boredom, and sleeping rough? | ||
(chill) | verkoudheid ; | |
; ; ; ; | ||
(coldly; coolly) | ||
🔗 The wind blew cold. | ||
; | ||
(collide) | ; ; | alveturi |
(expand; extend; range; reach; stretch; spread) | ; | |
(flight) | ; | |
(race; dash; speed; sprint; stampede) | ||
; ; ; | ||
🔗 Then he ran toward the sheds where the cows and horses were kept. | ||
(running) | ||
; | ||
(roll; revolve) | ; ; | |
(order; sequence; series; succession) | ; ; | |
(file; line; rank; row; queue; round; sequence; bank; string) | ; ; | |
(flow; stream) | ; ; | |
🔗 However, the Yellow River, a major river which runs through Lánzhōu, has not been contaminated, Xīnhuá said. | ||
(be valid; count; apply) | geldig zijn | |
🔗 After the talks Ms. Merkel said a delay that runs to the end of the year or the start of 2020 was a possibility. | ||
(flee) | ; ; ; ; ; ; ; ; | |
🔗 We have to run. | ||
(be at the head; be in charge) | aan het hoofd staan | |
🔗 But now general Gerasimov has to run a real war. | ||
(lead) | ||
🔗 But now general Gerasimov has to run a real war. |
English | Dutch |
---|---|
his blood ran cold | ⇆ zijn bloed stolde hem in de aderen |
blood | ⇆ aan bloed wennen; ⇆ aderlaten; ⇆ bloed; ⇆ bloed laten proeven; ⇆ bloedverwantschap; ⇆ dandy; ⇆ de vuurdoop laten ondergaan; ⇆ heertje; ⇆ met bloed bezoedelen; ⇆ verwantschap; ⇆ volbloed |
cold | ⇆ helemaal; ⇆ koel; ⇆ kou; ⇆ koud; ⇆ koude; ⇆ onvoorbereid; ⇆ spontaan; ⇆ valling; ⇆ verkoudheid; ⇆ volledig; ⇆ zonder meer |
run | ⇆ aanloop; ⇆ achtervolgen; ⇆ aflopen; ⇆ bestorming; ⇆ besturen; ⇆ bewegen; ⇆ deelnemen; ⇆ deelnemen aan de wedstrijd; ⇆ deserteren; ⇆ drijven; ⇆ dóórbreken; ⇆ dóórlopen; ⇆ etteren; ⇆ exploiteren; ⇆ gaan; ⇆ gaan lopen; ⇆ geldig zijn; ⇆ geven; ⇆ goot; ⇆ gutsen; ⇆ halen; ⇆ harddraven; ⇆ hardlopen; ⇆ hollen; ⇆ houden; ⇆ in actie zijn; ⇆ in elkaar lopen; ⇆ in omloop zijn; ⇆ kandidaat zijn; ⇆ kippenren; ⇆ kudde; ⇆ ladder; ⇆ ladderen; ⇆ laten deelnemen; ⇆ laten draven; ⇆ laten gaan; ⇆ laten glijden; ⇆ laten lopen; ⇆ leiden; ⇆ lekken; ⇆ loop; ⇆ loopje; ⇆ lopen; ⇆ luchtgang; ⇆ luiden; ⇆ nazetten; ⇆ periode; ⇆ pezen; ⇆ plotselinge vraag; ⇆ pussen; ⇆ racen met; ⇆ reeks; ⇆ reis; ⇆ ren; ⇆ rennen; ⇆ rijden; ⇆ rijgen; ⇆ rit; ⇆ ritje; ⇆ run; ⇆ runnen; ⇆ school; ⇆ serie; ⇆ slag; ⇆ smelten; ⇆ smokkelen; ⇆ snellen; ⇆ soort; ⇆ speelduur; ⇆ steken; ⇆ stellen; ⇆ strijken met; ⇆ stromen; ⇆ stuiven; ⇆ toeloop; ⇆ toer; ⇆ toertje; ⇆ traject; ⇆ troep; ⇆ type; ⇆ uitbaten; ⇆ uitlopen; ⇆ uitstapje; ⇆ vaart; ⇆ verbreken; ⇆ verloop; ⇆ vervloeien; ⇆ vervolgen; ⇆ vlieten; ⇆ vloeien; ⇆ vrije beschikking; ⇆ wedloop; ⇆ weide; ⇆ werken |