English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word glean

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
glean
(elicit; extract; pull; withdraw; worm; draw; draw forth; drag out)
; ;
te voorschijn trekken
; ; ;
glean
aren lezen
;
postrikolti
glean
aren lezen
spikumi

EnglishDutch
glean aren lezen; inzamelen; lezen; meepikken; nalezen; oppikken; opvangen; rapen; verzamelen
gleaner arenleester; arenlezer; lezer; nalezer; sprokkelaar
gleaning arenlezing; nalezing; sprokkeling