English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word give notice of

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
give notice of (announce; advertise; bid)	aankondigen ; annonceren	anonci
notice (announcement; notification)	aankondiging	anoncado
notice (find; perceive; discern; make out)	bemerken ; gewaarworden ; merken	percepti
notice (detect; note; remark; spot)	bemerken ; merken ; opmerken	rimarki
🔗 I thought you wouldn’t notice.
notice (announcement; communication; message; report; notification)	bekendmaking ; bericht ; kennisgeving	sciigo
notice (proclamation; indiction)	bekendmaking	proklamo
notice (ascertain; establish; take note; note)	bevinden ; constateren ; vaststellen	konstati
notice	kort bericht	notico

English	Dutch
give notice of	⇆ aangeven; ⇆ aangifte doen van; ⇆ aanzeggen; ⇆ kennis geven van
notice	⇆ aandacht; ⇆ aankondigen; ⇆ aankondiging; ⇆ aanmelding; ⇆ aanzegging; ⇆ acht; ⇆ acht slaan op; ⇆ bekendmaking; ⇆ bemerken; ⇆ bericht; ⇆ bespreken; ⇆ betekening; ⇆ convocatie; ⇆ convocatiebiljet; ⇆ gewaarworden; ⇆ kennisgeving; ⇆ merken; ⇆ notitie; ⇆ notitie nemen van; ⇆ opmerken; ⇆ opmerkzaamheid; ⇆ oproeping; ⇆ opschrift; ⇆ recenseren; ⇆ recensie; ⇆ vermelden; ⇆ verwittiging; ⇆ waarschuwing

English

Dutch

give notice of

⇆ aangeven; ⇆ aangifte doen van; ⇆ aanzeggen; ⇆ kennis geven van

notice

⇆ aandacht; ⇆ aankondigen; ⇆ aankondiging; ⇆ aanmelding; ⇆ aanzegging; ⇆ acht; ⇆ acht slaan op; ⇆ bekendmaking; ⇆ bemerken; ⇆ bericht; ⇆ bespreken; ⇆ betekening; ⇆ convocatie; ⇆ convocatiebiljet; ⇆ gewaarworden; ⇆ kennisgeving; ⇆ merken; ⇆ notitie; ⇆ notitie nemen van; ⇆ opmerken; ⇆ opmerkzaamheid; ⇆ oproeping; ⇆ opschrift; ⇆ recenseren; ⇆ recensie; ⇆ vermelden; ⇆ verwittiging; ⇆ waarschuwing