English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word forequarter

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
fore
(forefront)
(district; neighbourhood; area; ward); ;
(fourth); ;
vierendeel
🔗 You don’t know a quarter of it.
(term)
kvaronumi

EnglishDutch
forequarter voorste vierendeel
fore voorste; vooruit; voor‐
quarter <lengtemaat>; <massa‐eenheid>; achterwerk; afzoeken; bout; buurt; in vieren delen; in vieren verdelen; inkwartieren; kwart; kwartaal; kwartier; kwartje; landstreek; stadswijk; vierde; vierde deel; vierendeel; vierendelen; wijk; windstreek; zijstuk