English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word fold up
English | Dutch (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
fold up (fold) | ||
fold (fold up) | ; | |
fold | ; vouw | |
fold (sheepfold; sheep‐pen) |
English | Dutch |
---|---|
fold up | ⇆ dichtvouwen; ⇆ het afleggen; ⇆ het bijltje erbij neergooien; ⇆ het bijltje erbij neerleggen; ⇆ inklappen; ⇆ op de fles gaan; ⇆ opvouwen; ⇆ samenvouwen; ⇆ toevouwen |
fold | ⇆ het afleggen; ⇆ het bijltje erbij neergooien; ⇆ het bijltje erbij neerleggen; ⇆ huidplooi; ⇆ hullen; ⇆ kooi; ⇆ kooien; ⇆ kronkel; ⇆ kudde; ⇆ op de fles gaan; ⇆ opdoeken; ⇆ opvouwen; ⇆ plooi; ⇆ plooien; ⇆ samenvouwen; ⇆ schaapskooi; ⇆ schoot; ⇆ slaan; ⇆ sluiten; ⇆ vouw; ⇆ vouwen; ⇆ wikkelen; ⇆ zich laten vouwen |