English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word essential

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(inherent; innate; integral; intrinsic; substantial; vital);
🔗 It is natural to spend rather a long time over the early texts, which involve essential parts of elementary grammar.
essential
(imperative; indispensable; inevitable; vital; absolutely necessary)
nepra
essence
(gist; crux)
; ;
(basically; inherently; innately; intrinsically);
esence
🔗 By Classical Sanskrit is meant essentially the language codified by Pāṇini.
essentials
(basics; grassroots)
fundamentoj

EnglishDutch
essential essentieel; hoofdzaak; hoogst noodzakelijke; noodzakelijk; volstrekt; volstrekt noodzakelijke; werkelijk; wezenlijk; wezenlijke
essential oil vluchtige olie
essence aftreksel; essence; essentie; essentiële; reukwerk; uittreksel; vluchtige olie; wezen
essentiality essentiële; grond; wezen; wezenlijkheid
essentially in de grond; in wezen; volstrekt; werkelijk; wezenlijk
essentials grondbeginselen; hoofdzaken
inessential bijkomstig; bijkomstigheid
unessential niet essentieel; niet wezenlijk