English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word cast‐iron

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
cast iron
(shed; unseat)
elseligi
(mould);
(throw; pitch; toss)
🔗 He cast his mind across the possibilities.
(found)
;
(give; yive)
🔗 It still seems unlikely that Republican state legislators would simply ignore hundreds of thousands of votes cast for Biden and nominate electors loyal to Trump.
(flat‐iron)
strijkijzer
🔗 The door was stout, the windows small and crossed by iron.
🔗 Yet the timing and circumstances of the crash strongly suggest that it was an act of revenge by president Vladimir Putin against the man who nearly caused him to lose control of the country he has been leading with an iron fist for decades.

EnglishDutch
cast‐iron gietijzer; gietijzeren; hard; ijzersterk; vast
cast‐iron gietijzer; gietijzeren; hard; ijzersterk; vast
cast aard; afdanken; afgieten; afgietsel; afwerpen; bezetten; bezetting; biggen; cast; casten; gegoten; gieten; gietvorm; giet‐; gipsverband; gooi; kromtrekken; model; neerwerpen; pleistermodel; rolbezetting; rolverdeling; soort; spelers; tikje; tint; tintje; type; uitbrengen; uitwerpen; veroordelen; vorm; wenden; werpen; worp
iron <soort golfstok>; boeien; bout; brandijzer; ijzer; ijzeren; ijzersterk; in de ijzers slaan; kluisteren; met ijzer beslaan; opstrijken; stalen; strijken; strijkijzer