English–Dutch dictionary
Dutch translation of the English word blazon
English | Dutch |
---|---|
blazon | ⇆ afmalen; ⇆ blazoen; ⇆ blazoeneren; ⇆ malen; ⇆ praal; ⇆ rondbazuinen; ⇆ schilderen; ⇆ versieren; ⇆ wapenkunde |
English | Dutch |
---|---|
blazon | ⇆ afmalen; ⇆ blazoen; ⇆ blazoeneren; ⇆ malen; ⇆ praal; ⇆ rondbazuinen; ⇆ schilderen; ⇆ versieren; ⇆ wapenkunde |