English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word bind fast

English	Dutch (translated indirectly)	Esperanto
bind	binden ; inbinden	bindi
bind (join; tie; tie up; associate; fasten; link; band; belay)	binden ; vastmaken ; verbinden	ligi
bind (fetter; shackle; chain)	ketenen ; vastketenen ; kluisteren ; in de boeien slaan ; in de ijzers slaan	kateni
bind (seize; seize up)	vastlopen	rajpi
fast	vasten	fasti
fast (firm; stable; hard; resolute; solid; steadfast; unflinching; stiff)	hecht ; vast	firma
fast (quick; rapid; speedy; swift; expeditious; prompt)	snel ; vlug	rapida
fast (quickly; swiftly; expeditiously; promptly; rapidly; apace; at speed; at a quick rate)	snel ; vlug	rapide
fast (deeply; profoundly; sound)	diep	profunde

English	Dutch
bind fast	⇆ vastbinden
bind	⇆ beslaan; ⇆ binden; ⇆ boog; ⇆ boogje; ⇆ constiperen; ⇆ corvee; ⇆ hard worden; ⇆ inbinden; ⇆ omboorden; ⇆ pakken; ⇆ samenbinden; ⇆ vast worden; ⇆ vastmaken; ⇆ verbinden; ⇆ verplichten; ⇆ verplichting; ⇆ vervelende taak
fast	⇆ hard; ⇆ hecht; ⇆ kleurecht; ⇆ kleurhoudend; ⇆ lichtecht; ⇆ met rasse schreden; ⇆ snel; ⇆ snellopend; ⇆ snelvarend; ⇆ snelzeilend; ⇆ vast; ⇆ vasten; ⇆ vlot; ⇆ vlug; ⇆ voor; ⇆ wasecht