English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word bargain for

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
bargain
(haggle)
; ;

EnglishDutch
bargain for bedingen; onderhandelen over; rekenen op; verwachten
bargain aanbieding; afdingen; afspraak; dingen; gunstkoop; gunstkoopje; koop; koopje; loven en bieden; marchanderen; occasie; onderhandelen; overeenkomst; reclameaanbieding