English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word adjourn

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(delay; postpone; defer; procrastinate; shelve; put off);
(pause; take a break; take a rest)
(move; transfer)
zich verplaatsen
translokiĝi
(close; shut); ; ;
(close); ; ; ; ;
(move; shift; stir);
(move; shift; stir); ; ; ;
(delay; postponement); ;
verdaging

EnglishDutch
adjourn opheffen; op reces gaan; opschorten; uiteengaan; uitstellen; verdagen
adjourn to zich begeven naar
adjournment opschorting; reces; uitstel; verdaging
readjourn weer opschorten; weer uitstellen; weer verdagen