English–Dutch dictionary

Dutch translation of the English word acquaint

English → Dutch
  
EnglishDutch (translated indirectly)Esperanto
(inform; report; enlighten; notify; advise; apprise); ; ; ;
(know; be informed with)
🔗 Then you are acquainted with him?
;
(knowledge; ken);

EnglishDutch
acquaint bekend maken; in kennis stellen; op de hoogte brengen
acquaint oneself with kennis nemen van; zich op de hoogte stellen van
acquaint somebody with iemand in kennis stellen van
acquaint somebody with something iemand met iets bekend maken
acquaint with op de hoogte brengen van
be acquainted with kennen; kennis hebben aan; op de hoogte zijn van
acquaintance bekende; bekendheid; kennis; kennismaking; kennissen