Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word wasklem
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(nadruk) | emphasis ; | |
terminal | ||
(knijper) | pincers ; tongs ; | |
🔗 Heeft hij in deze klem gehangen? | ||
(klamp) | ||
🔗 Normaal zou ik het weer in de klem hebben gezet waar ik het reserewiel uit had gehaald. | ||
(spoeling; wassing) | washing | |
(opgang; opkomst) | ||
🔗 Was is duur. | ||
(hausse; stijging) | ||
🔗 Door de nog steeds aanhoudende was der grote rivieren begint men nu, wat Nijmegen en omgeving betreft, op verschillende plaatsen ernstige hinder en schade te ondervinden. |
Dutch | English |
---|---|
wasklem | ⇆ clothes‐peg; ⇆ clothes pin; ⇆ peg |
klem | ⇆ accent; ⇆ clamp; ⇆ clip; ⇆ emphasis; ⇆ faster; ⇆ mantrap; ⇆ pinch; ⇆ terminal; ⇆ trap; ⇆ bench‐clamp; ⇆ lockjaw; ⇆ stress |
was | ⇆ beeswax; ⇆ growth; ⇆ laundry; ⇆ linen; ⇆ wax; ⇆ wash; ⇆ washing; ⇆ rise |