Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word wasboord
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(kant; oever; wal) | ||
(kraag) | ||
(spoeling; wassing) | washing | |
(opgang; opkomst) | ||
🔗 Was is duur. | ||
(hausse; stijging) | ||
🔗 Door de nog steeds aanhoudende was der grote rivieren begint men nu, wat Nijmegen en omgeving betreft, op verschillende plaatsen ernstige hinder en schade te ondervinden. |
Dutch | English |
---|---|
wasboord | ⇆ washboard |
boord | ⇆ board; ⇆ brim; ⇆ collar; ⇆ hem; ⇆ rim; ⇆ border; ⇆ edge; ⇆ bank |
was | ⇆ beeswax; ⇆ growth; ⇆ laundry; ⇆ linen; ⇆ wax; ⇆ wash; ⇆ washing; ⇆ rise |