Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word volhouder
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(doorzetten; het uithouden; volharden) | persevere ; persist | |
🔗 Hij moest het nog een half jaar volhouden. | ||
(doorstaan; dulden; uithouden; uitstaan; verdragen) | ; ; ; ; withstand ; | |
🔗 Ik begrijp niet hoe hij ’t volhoudt! |
Dutch | English |
---|---|
volhouder | ⇆ stayer; ⇆ trier |
volhouden | ⇆ carry on; ⇆ carry through; ⇆ face it out; ⇆ hang on; ⇆ hang on in there; ⇆ hold out; ⇆ insist; ⇆ keep it up; ⇆ keep up; ⇆ maintain; ⇆ maintain one’s point; ⇆ sustain; ⇆ stand out; ⇆ stand to it; ⇆ support; ⇆ last at; ⇆ persevere; ⇆ persist; ⇆ hold on; ⇆ stick it out |