Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word steen des aanstoots
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
indignation ; ; resentment ; | ||
(schandaal) | ||
(baksteen; tichel) | ||
🔗 Reith gooide een steen door de poort. | ||
🔗 Aan de andere kant ervan lag een grote stad van steen waarvan een groot gedeelte was aangetast door de tijd. | ||
🔗 Er is altijd wel een of andere miljonair te vinden die de steen clandestien wil kopen. | ||
🔗 Te oordelen naar het geluid dat het wezen maakte, bestond het nog steeds uit steen, zij het dan levende steen. |
Dutch | English |
---|---|
steen des aanstoots | ⇆ stone of stumbling; ⇆ stumbling‐block |
aanstoot | ⇆ scandal; ⇆ offence; ⇆ umbrage |
steen | ⇆ brick; ⇆ stone |