Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word scheepsgezel
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(kameraad; kornuit; maat; makker; metgezel; partner) | companion | |
🔗 De pastoor juichte inwendig omdat hij een gezel in de schande had gekregen. | ||
(beuk) | nave | |
🔗 Ten slotte belandde hij in een zaal die eruitzag als het schip van een kerk. | ||
(boot; vaartuig) | ; | |
🔗 Hoe wou je dit schip laten varen? |
Dutch | English |
---|---|
gezel | ⇆ companion; ⇆ fellow; ⇆ journeyman; ⇆ mate; ⇆ partner; ⇆ workman |
schip | ⇆ audiorium; ⇆ nave; ⇆ ship; ⇆ vessel; ⇆ barge; ⇆ boat |
The word scheepsgezel could not be translated into the selected target language by us.