Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word ploeteren

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
paddle
padeli
(sappelen; tobben)
🔗 Trouwens, ik heb al vijf jaar hard geploeterd op die boerderij van me.
efforts
; ;
striving
🔗 U ziet dat mijn hard geploeter succes heeft gehad.

DutchEnglish
ploeteren dabble; drudge; grind; grub; muddle; paddle; peg away; plod; plough; plug away; plug away at one’s work; puddle; slog; slosh; splash; squelch; toil; toil and moil
geploeter slog; drudging
ploeteraar grubber; plodder