Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word nederlaag

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 De oorlog eindigde op 14 juni 1982 met een Argentijnse nederlaag.
🔗 De regering van de Britse premier Theresa May heeft een gevoelige nederlaag geleden in het Hogerhuis.

DutchEnglish
nederlaag beating; defeat; discomfiture; overthrow; reverse
de vijand een zware nederlaag toebrengen inflict a heavy defeat upon the enemy
een nederlaag lijden suffer defeat; be defeated