Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word liesbreuk

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(hernia)
hernia
;
rupture
(breken; fractuur; schending; verbreking)
(breken)
groin
🔗 Een kogel was door zijn lies gegaan en een andere had een lelijke wond in zijn zij gemaakt.

DutchEnglish
liesbreuk hernia; inguinal; inguinal hernia
breuk snap; breach; break; breakage; burst; cleavage; crack; flaw; fraction; fracture; hernia; split; rupture
lies groin