Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word ijverig bezig zijn met
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
| (arbeidzaam; naarstig; nijver; vlijtig) | ; industrious ; assiduous | |
🔗 Als tevoren werkten er twee ijverige jongelieden. | ||
| (ambitieus; fervent; noest; volijverig; vurig) | ; fervent ; keen | |
| (vlijtig) | ; | |
🔗 Het ging niet goed met de zaak Wouters, hoewel iedereen ijverig zijn best deed. | ||
| (naarstig) | ; avidly ; zealously | |
🔗 Glawen vroeg zich af of dit misschien het lot was geweest van de verdwenen toeristen die al te ijverig naar Zonks graf hadden gezocht. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| ijverig bezig zijn met | ⇆ be intent upon |
| ijverig | ⇆ ardent; ⇆ diligent; ⇆ earnest; ⇆ earnestly; ⇆ industrious; ⇆ industriously; ⇆ keen; ⇆ keenly; ⇆ painstaking; ⇆ studious; ⇆ zealous; ⇆ sedulous; ⇆ strenuous; ⇆ assiduous; ⇆ fervent |