Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word geloofwaardig
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
| ; believable | ||
🔗 De rechtbank acht deze verklaring niet geloofwaardig. | ||
credibly | ||
🔗 Ja, dat klinkt inderdaad geloofwaardiger. | ||
| ; | ||
🔗 In die jaren was er al niet zoveel meer van mijn geloof over. | ||
| (godsdienst; religie) | ||
🔗 Twee geloven op een kussen, daar slaapt de duvel tussen. | ||
🔗 Desondanks zetten de Russische autoriteiten zich in om de opkomst zo ver mogelijk op te krikken, in de hoop de verkiezingen enige geloofwaardigheid te geven. | ||
incredible | ||
🔗 Cooks ongeloofwaardige verhaal over de doden in de mijnen was geen verzinsel geweest. | ||
| (deftig) | dignified | |
🔗 Dat lijkt net of het de stem van Hurtiancz is, de waardigste van alle mannen! | ||
🔗 Maar was er niemand waardiger dan ik? | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| geloofwaardig | ⇆ believable; ⇆ credible; ⇆ credibly; ⇆ reliable; ⇆ trustworthy |
| geloof | ⇆ belief; ⇆ trust; ⇆ credence; ⇆ credit; ⇆ creed; ⇆ faith; ⇆ persuasion; ⇆ religion |
| geloofwaardigheid | ⇆ credibility; ⇆ veracity; ⇆ trustworthiness; ⇆ reliability |
| ongeloofwaardig | ⇆ not deserving belief; ⇆ incredible |
| waardig | ⇆ dignified; ⇆ worthy; ⇆ with dignity |