Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word geboortekaartje

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Dolf was net na de geboorte van zijn zoon Niek weggegaan bij zijn vrouw.
(biljet; ticket)
(plaatsbewijs; plaatskaart; ticket; passagebiljet)
ticket
🔗 Je neemt de trein van acht uur twintig naar Frankrijk en in Cherbourg kun je kaartjes voor de boot kopen.
(bon)
coupon
;
voucher
🔗 Het opzeggen van twee teksten werd met een blauw kaartje beloond, tien blauwe kaartjes stonden gelijk met één rood en mochten daartegen geruild worden.
(kaart)
(visitekaartje)

DutchEnglish
geboortekaartje birth announcement card
geboorte ancestry; birth; nativity; parentage
kaartje card; ticket