Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word eigenliefde

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(vertrouwd);
;
personal
;
🔗 En dat in mijn eigen kelder!
🔗 Mijn liefde voor de natuur ontstond toen ik jong was.
(min)
(affectie);

DutchEnglish
eigenliefde egotism; love of self; self; self‐love
eigen appropriate; own; personal; private; proper; of one’s own; separate; peculiar; characteristic; friendly; familiar; intimate
liefde affection; charity; endearment; fancy; fondness; liking; love