Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word een tekort hebben aan

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(deficit; kastekort; nadelig saldo)
deficit
(gebrek; gemis)
shortage
🔗 India heeft een groot tekort aan water.

DutchEnglish
een tekort hebben aan be pushed for; be short of; have a shortage of; lack
tekort deficiency; deficit; gap; lack; shortage; shortfall