Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word een en al …
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(finaal; geheel; helemaal; totaal; volkomen; volledig; volslagen; hoegenaamd; goed en wel; glad; in zijn geheel; straal) | ; ; ; wholly ; ; ; ; ; | |
🔗 Onmiddellijk was het op het vliegveld een en al bedrijvigheid. | ||
(ook al; zelfs als) | even if | eĉ se |
🔗 Ja, al had iemand zaagsel in zijn hoofd, dit zou hij kunnen schatten. | ||
(alvast; bereids; reeds) | ; | |
🔗 Hoelang woont u daar al? | ||
(alhoewel; hoewel; ofschoon) | ; ; | |
(alles) | ||
🔗 Eén dag is al wat je ermee zou verliezen. | ||
(elk; ieder; alle) | ||
🔗 Alle gasten zijn gevlucht! | ||
<nedifina artikolo> | ||
🔗 Ik zit gaarne in een café. | ||
(een zeker) | ; ; ; |
Dutch | English |
---|---|
een en al … | ⇆ all …; ⇆ … all over |
al | ⇆ all; ⇆ already; ⇆ although; ⇆ every; ⇆ though; ⇆ yet; ⇆ even if; ⇆ even though |
een | ⇆ a; ⇆ an; ⇆ any; ⇆ one; ⇆ some |