Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word dorpsbewoner
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(dorpeling) | ||
🔗 Toen de dorpsbewoners ’s morgens ontwaakten, zagen ze aanstonds dat de oogst verloren was. | ||
compatriot | ||
(inwoner) | ; ; denizen | |
🔗 Gelukkig, het ziet ernaar uit dat de bewoner thuis is. | ||
🔗 Hele dorpen werden door de bosbranden verzwolgen. |
Dutch | English |
---|---|
dorpsbewoner | ⇆ villager |
bewoner | ⇆ denizen; ⇆ dweller; ⇆ habitant; ⇆ inhabitant; ⇆ occupant; ⇆ occupier; ⇆ resident; ⇆ tenant; ⇆ inmate |
dorp | ⇆ village; ⇆ thorp |