Afrikaans–English dictionary

English translation of the Afrikaans word aartappelplaag

Afrikaans → English
  
AfrikaansEnglish (translated indirectly)Esperanto
(ertappel);
(ertappel)

AfrikaansEnglish
aartappelplaag potato blight
aartappel potato; Irish potato; spud
plaag affliction; blast; blight; nuisance; plague; badger; chaff; fash; tease; annoy; vex; nag; disturb; fret; harass; molest; pester; persecute; worry; twit; banter; pest; lues; vexation; infestation; scourge