Synonymes: bezitten, erop nahouden, rijk zijn, in eigendom hebben, in handen hebben
Parti du discours | verbe |
---|
Césure | in het be·zit zijn van |
---|
De graaf is in het bezit van heel wat uiterst belangrijke geheimen van het ministerie van oorlog.
Ja, en hij is nog steeds in het bezit van de benzine.