Informatie over het woord trouwdag (Nederlands → Esperanto: geedziĝa tago)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈtrɑu̯dɑx/
Afbrekingtrouw·dag
Geslachtmanlijk
Meervoudtrouwdagen

Voorbeelden van gebruik

Toen haar trouwdag naderde, deed Sasja zich zo opgewekt mogelijk voor, maar ze vond het wel verdrietig dat ze iedereen en alles moest achterlaten in de Westelijke Baronie, waar ze opgegroeid was.

Vertalingen

Engelswedding‐day
Esperantogeedziĝa tago