Informatie over het woord congresseren (Nederlands → Esperanto: kongresi)

Synoniemen: een congres bijwonen, een congres houden

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/kɔŋɣrɛˈserə(n)/
Afbrekingcon·gres·se·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) congresseer(ik) congresseerde
(jij) congresseert(jij) congresseerde
(hij) congresseert(hij) congresseerde
(wij) congresseren(wij) congresseerden
(jullie) congresseren(jullie) congresseerden
(gij) congresseert(gij) congresseerdet
(zij) congresseren(zij) congresseerden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) congressere(dat ik) congresseerde
(dat jij) congressere(dat jij) congresseerde
(dat hij) congressere(dat hij) congresseerde
(dat wij) congresseren(dat wij) congresseerden
(dat jullie) congresseren(dat jullie) congresseerden
(dat gij) congresseret(dat gij) congresseerdet
(dat zij) congresseren(dat zij) congresseerden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
congresseercongresseert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
congresserend, congresserende(hebben) gecongresseerd

Vertalingen

Duitseinen Kongreß abhalten; tagen
Engelsattend a congress; hold a congress
Esperantokongresi
Portugeesreunir‐se em congresso