Synoniemen: dichtgaan, sluiten, toegaan, toevallen, zich sluiten
Woordsoort | werkwoord |
---|
Aantonende wijs | |
---|---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(hij) groeit toe | (hij) groeide toe |
(zij) groeien toe | (zij) groeiden toe |
Aanvoegende wijs | |
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(dat hij) toegroeie | (dat hij) toegroeide |
(dat zij) toegroeien | (dat zij) toegroeiden |
Deelwoorden | |
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
toegroeiend, toegroeiende | (zijn) toegegroeid |
Afrikaans | sluit |
---|---|
Duits | zufallen; zugehen; sich schließen |
Engels | close; adjourn |
Esperanto | fermiĝi |
Pools | zamykać się |
Portugees | fechar‐se |
Saterfries | tichtfaale; toufaale |