Synoniem: uit de duim zuigen
Woordsoort | werkwoord |
---|
Uitspraak | /fɑntaˈzerə(n)/ |
---|
Afbreking | fan·ta·se·ren |
---|
Vervoeging
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(ik) fantaseer | (ik) fantaseerde |
(jij) fantaseert | (jij) fantaseerde |
(hij) fantaseert | (hij) fantaseerde |
(wij) fantaseren | (wij) fantaseerden |
(jullie) fantaseren | (jullie) fantaseerden |
(gij) fantaseert | (gij) fantaseerdet |
(zij) fantaseren | (zij) fantaseerden |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat ik) fantasere | (dat ik) fantaseerde |
(dat jij) fantasere | (dat jij) fantaseerde |
(dat hij) fantasere | (dat hij) fantaseerde |
(dat wij) fantaseren | (dat wij) fantaseerden |
(dat jullie) fantaseren | (dat jullie) fantaseerden |
(dat gij) fantaseret | (dat gij) fantaseerdet |
(dat zij) fantaseren | (dat zij) fantaseerden |
Gebiedende wijs |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
fantaseer | fantaseert |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
fantaserend, fantaserende | (hebben) gefantaseerd |