Informatie over het woord krieuwelen (Nederlands → Esperanto: tikli)

Synoniemen: kietelen, kriebelen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈkriʋələ(n)/
Afbrekingkrieu·we·len

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) krieuwel(ik) krieuwelde
(jij) krieuwelt(jij) krieuwelde
(hij) krieuwelt(hij) krieuwelde
(wij) krieuwelen(wij) krieuwelden
(jullie) krieuwelen(jullie) krieuwelden
(gij) krieuwelt(gij) krieuweldet
(zij) krieuwelen(zij) krieuwelden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) krieuwele(dat ik) krieuwelde
(dat jij) krieuwele(dat jij) krieuwelde
(dat hij) krieuwele(dat hij) krieuwelde
(dat wij) krieuwelen(dat wij) krieuwelden
(dat jullie) krieuwelen(dat jullie) krieuwelden
(dat gij) krieuwelet(dat gij) krieuweldet
(dat zij) krieuwelen(dat zij) krieuwelden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
krieuwelkrieuwelt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
krieuwelend, krieuwelende(hebben) gekrieuweld

Voorbeelden van gebruik

Haar lange vingernagels krieuwelden in het haar op zijn borst.

Vertalingen

Catalaanspessigollejar
Deenskildre
Duitskitzeln
Engelstickle
Esperantotikli
Faeröerskitla
Finskutittaa
Franschatouiller
Jiddischקיצלען
Portugeesfazer cócegas a; titilar
Saterfrieskiddelje
Spaanscosquillear; hacer cosquillas