Synoniemen: beraadslagen, ruggespraak plegen, overléggen, overleg plegen, delibereren
Aantonende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(wij) beraden ons | (wij) berieden ons, beraadden ons |
(jullie) beraden ons | (jullie) berieden ons, beraadden ons |
(gij) beraadt u | (gij) beriedt u, beraaddet u |
(zij) beraden zich | (zij) berieden zich, beraadden zich |
Aanvoegende wijs |
---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
---|
(dat wij) ons beraden | (dat wij) ons berieden, ons beraadden |
(dat jullie) ons beraden | (dat jullie) ons berieden, ons beraadden |
(dat gij) u beradet | (dat gij) u beriedet, u beraaddet |
(dat zij) zich beraden | (dat zij) zich berieden, zich beraadden |
Gebiedende wijs |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
beraad je | beraadt je |
Deelwoorden |
---|
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
---|
zich beradend, zich beradende | (hebben) zich beraden |