Synoniemen: insluiten, omgéven, omringen, omsingelen
Woordsoort | werkwoord |
---|---|
Uitspraak | /ɔmˈzɛtə(n)/ |
Afbreking | om·zet·ten |
Aantonende wijs | |
---|---|
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(hij) omzet | (hij) omzette |
(zij) omzetten | (zij) omzetten |
Aanvoegende wijs | |
Tegenwoordige tijd | Verleden tijd |
(dat hij) omzette | (dat hij) omzette |
(dat zij) omzetten | (dat zij) omzetten |
Gebiedende wijs | |
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
omzet | omzet |
Deelwoorden | |
Tegenwoordig deelwoord | Verleden deelwoord |
omzettend, omzettende | (hebben) omzet |