Synoniemen: tuchtloos, vrijgevochten, tuchteloos
Woordsoort | bijvoeglijk naamwoord |
---|
Uitspraak | /ˈɔŋɣəsɪsipliˈnert/ |
---|
Afbreking | on·ge·dis·ci·pli·neerd |
---|
Trappen van vergelijking
Stellende trap | ongedisciplineerd |
---|
Vergrotende trap | ongedisciplineerder |
---|
Overtreffende trap | ongedisciplineerdst |
---|
Verbuiging
| Stellende trap | Vergrotende trap | Overtreffende trap |
---|
Predicatief | ongedisciplineerd | ongedisciplineerder | (het) ongedisciplineerdst, (het) ongedisciplineerdste |
---|
Attributief | Onbepaald | Manlijk en vrouwelijk enkelvoud | ongedisciplineerde | ongedisciplineerdere | ongedisciplineerdste |
---|
Onzijdig enkelvoud | ongedisciplineerd | ongedisciplineerder | ongedisciplineerdst |
---|
Meervoud | ongedisciplineerde | ongedisciplineerdere | ongedisciplineerdste |
---|
Bepaald | ongedisciplineerde | ongedisciplineerdere | ongedisciplineerdste |
---|
Partitief | ongedisciplineerds | ongedisciplineerders | |
---|