Informatie over het woord prauw (Nederlands → Esperanto: pirogo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/prɑu̯/
Afbrekingprauw
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudprauwen

Voorbeelden van gebruik

Honderd bommenwerpers zouden met veel geluk een twintigtal prauwen in de grond kunnen boren.
Van de prauw viel hij in zee en onmiddellijk schoten twee haaien erop af, die blijkbaar onder de prauw op zoiets hadden liggen te wachten.

Vertalingen

Engelsoutrigger canoe; prahu; prau; proa
Esperantopirogo
Spaanspiragua