Information about the word adstrueren (Dutch → Esperanto: pruvi)

Synonyms: aantonen, bewijzen, staven, hardmaken

Part of speechverb
Pronunciation/ɑtstryˈʋeːrə(n)/
Hyphenationad·stru·e·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) adstrueer(ik) adstrueerde
(jij) adstrueert(jij) adstrueerde
(hij) adstrueert(hij) adstrueerde
(wij) adstrueren(wij) adstrueerden
(jullie) adstrueren(jullie) adstrueerden
(gij) adstrueert(gij) adstrueerdet
(zij) adstrueren(zij) adstrueerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) adstruere(dat ik) adstrueerde
(dat jij) adstruere(dat jij) adstrueerde
(dat hij) adstruere(dat hij) adstrueerde
(dat wij) adstrueren(dat wij) adstrueerden
(dat jullie) adstrueren(dat jullie) adstrueerden
(dat gij) adstrueret(dat gij) adstrueerdet
(dat zij) adstrueren(dat zij) adstrueerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
adstrueeradstrueert
Participles
Present participlePast participle
adstruerend, adstruerende(hebben) geadstrueerd

Usage samples

Ik zou het als een onwaardige zaak beschouwen als ik een herinnering, die mij duidelijk voor de geest staat, moest gaan adstrueren met documenten.

Translations

Afrikaansaantoon; bewys
Catalandemostrar; provar
Danishbevise
Englishprove
Esperantopruvi
Finnishnäyttää toteen
Frenchdémontrer; prouver
Germanbegründen; beweisen; erhärten
Italianprovare
Latinexperiri; probare
Malaymembuktikan
Papiamentopreba; proba
Portuguesedemostrar; fazer prova de; provar
Saterland Frisianbegründje; bewiese
Spanishdemostrar; probar
Swedishbevisa
West Frisianbewize; oantoane
Yiddishפּרואװן