Information about the word traineren (Dutch → Esperanto: prokrastadi)

Synonyms: dralen, op de lange baan schuiven

Part of speechverb
Pronunciation/trəˈnerə(n)/, /trɛi̯ˈnerə(n)/
Hyphenationtrai·ne·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) traineer(ik) traineerde
(jij) traineert(jij) traineerde
(hij) traineert(hij) traineerde
(wij) traineren(wij) traineerden
(jullie) traineren(jullie) traineerden
(gij) traineert(gij) traineerdet
(zij) traineren(zij) traineerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) trainere(dat ik) traineerde
(dat jij) trainere(dat jij) traineerde
(dat hij) trainere(dat hij) traineerde
(dat wij) traineren(dat wij) traineerden
(dat jullie) traineren(dat jullie) traineerden
(dat gij) traineret(dat gij) traineerdet
(dat zij) traineren(dat zij) traineerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
traineertraineert
Participles
Present participlePast participle
trainerend, trainerende(hebben) getraineerd

Usage samples

Inspecteur Barch, probeert u de zaak te traineren?
Je merkt echt dat het geduld van de 26 regeringsleiders met Orbán op is en dat ze er meer dan genoeg van hebben dat hij de boel keer op keer traineert.

Translations

Englishdelay; table
Esperantoprokrastadi