Information about the word stalen (Dutch → Esperanto: hardi)

Synonyms: harden, temperen

Part of speechverb
Pronunciation/stalə(n)/
Hyphenationsta·len

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) staal(ik) staalde
(jij) staalt(jij) staalde
(hij) staalt(hij) staalde
(wij) stalen(wij) staalden
(jullie) stalen(jullie) staalden
(gij) staalt(gij) staaldet
(zij) stalen(zij) staalden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) stale(dat ik) staalde
(dat jij) stale(dat jij) staalde
(dat hij) stale(dat hij) staalde
(dat wij) stalen(dat wij) staalden
(dat jullie) stalen(dat jullie) staalden
(dat gij) stalet(dat gij) staaldet
(dat zij) stalen(dat zij) staalden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
staalstaalt
Participles
Present participlePast participle
stalend, stalende(hebben) gestaald

Translations

Catalanendurir; trempar
Englishsteel
Esperantohardi
Faeroeseherða
Frenchdurcir; tremper
Germanhart machen; härten; abhärten; stählen; erhärten; abbinden; wappnen
Portugueseendurecer; enrijar; temperar
Saterland Frisianhädje; häd moakje; stäilje
Spanishendurecer; templar