Synonyms: bedwelmen, narcotiseren, verdoven, wegmaken
Part of speech | verb |
---|
Pronunciation | /droˈɣerə(n)/ |
---|
Hyphenation | dro·ge·ren |
---|
Conjugation
Indicative mood |
---|
Present tense | Past tense |
---|
(ik) drogeer | (ik) drogeerde |
(jij) drogeert | (jij) drogeerde |
(hij) drogeert | (hij) drogeerde |
(wij) drogeren | (wij) drogeerden |
(jullie) drogeren | (jullie) drogeerden |
(gij) drogeert | (gij) drogeerdet |
(zij) drogeren | (zij) drogeerden |
Subjunctive mood |
---|
Present tense | Past tense |
---|
(dat ik) drogere | (dat ik) drogeerde |
(dat jij) drogere | (dat jij) drogeerde |
(dat hij) drogere | (dat hij) drogeerde |
(dat wij) drogeren | (dat wij) drogeerden |
(dat jullie) drogeren | (dat jullie) drogeerden |
(dat gij) drogeret | (dat gij) drogeerdet |
(dat zij) drogeren | (dat zij) drogeerden |
Imperative mood |
---|
Singular/Plural | Plural |
---|
drogeer | drogeert |
Participles |
---|
Present participle | Past participle |
---|
drogerend, drogerende | (hebben) gedrogeerd |
Een 46‐jarige TBS’er uit Doesburg heeft zaterdagavond in zijn woning de minderjarige dochter van zijn vriendin gedrogeerd en verkracht en daarna de hand aan zichzelf geslagen.
De meisjes werden vermoedelijk gedrogeerd en vervolgens in weerloze toestand misbruikt door meerdere jongens uit de groep.