Information über das Wort lawaai (Niederländisch → Esperanto: bruo)

Synonyme: geraas, kabaal, leven, rumoer

WortartSubstantiv
Aussprache/laˈʋaːj/
Trennungla·waai
Geschlechtsächlich

Gebrauchsbeispiele

Het lawaai nam buiten toe.
Buiten hoorde hij het lawaai van hamer en zaag.
Maar zelfs dan maakt een vliegtuig in de lucht nogal wat lawaai.

Übersetzungen

Dänischlarm
DeutschAufsehen; Braus; Geräusch; Lärm
Englischdin; noise
Englisch (Altenglisch)dyn; dyne
Esperantobruo
Italienischrumore
Jiddischרעש; טומל
Katalanischsoroll
Niederdeutschkabaal
Norwegischlarm
Papiamentobabel; bagamunderia; beheit; bochincha; bòmbòshi; boroto; desòrden
Portugiesischbarulho; ruído
SaterfriesischApsjoon; Skendoal
Schottisch Gälischfuaim
Schwedischbråk; buller; dån; krasch; larm; oljud; olåt; oväsen; stoj; väsen
Scotsnoise
Spanischruido
Srananbabari; wunyuwunyu
Suahelikelele
Tschechischhlučnost; hluk; hřmot; lomoz; šum
Türkischgürültü
Ungarischlárma; zaj
Westfriesischlawaai; leven