Information über das Wort haasten (Niederländisch → Esperanto: urĝi)

Synonyme: dringen, jachten, tot haast aanzetten, urgent zijn

WortartVerb
Aussprache/ˈɦastə(n)/
Trennunghaas·ten

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) haast(ik) haastte
(jij) haast(jij) haastte
(hij) haast(hij) haastte
(wij) haasten(wij) haastten
(jullie) haasten(jullie) haastten
(gij) haast(gij) haasttet
(zij) haasten(zij) haastten
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) haaste(dat ik) haastte
(dat jij) haaste(dat jij) haastte
(dat hij) haaste(dat hij) haastte
(dat wij) haasten(dat wij) haastten
(dat jullie) haasten(dat jullie) haastten
(dat gij) haastet(dat gij) haasttet
(dat zij) haasten(dat zij) haastten
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
haasthaast
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
haastend, haastende(hebben) gehaast

Übersetzungen

Deutschdrängen; pressieren
Englischhurry
Esperantourĝi
Färöerischskunda
Französischêtre urgent; presser
Katalanischapressar; ésser urgent
Polnischbyć pilnym; ponaglać
Portugiesischapressar; atropelar; instar
Rumänischgrăbi
Saterfriesischpressierje; tringe
Spanischapremiar; urgir
Westfriesischkringe