Information über das Wort behoeden (Niederländisch → Esperanto: antaŭgardi)

Synonym: bewaren

WortartVerb
Aussprache/bəˈɦudə(n)/
Trennungbe·hoe·den

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) behoed(ik) behoedde
(jij) behoedt(jij) behoedde
(hij) behoedt(hij) behoedde
(wij) behoeden(wij) behoedden
(jullie) behoeden(jullie) behoedden
(gij) behoedt(gij) behoeddet
(zij) behoeden(zij) behoedden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) behoede(dat ik) behoedde
(dat jij) behoede(dat jij) behoedde
(dat hij) behoede(dat hij) behoedde
(dat wij) behoeden(dat wij) behoedden
(dat jullie) behoeden(dat jullie) behoedden
(dat gij) behoedet(dat gij) behoeddet
(dat zij) behoeden(dat zij) behoedden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
behoedbehoedt
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
behoedend, behoedende(hebben) behoed

Übersetzungen

Deutschvorbeugen; Vorsorge treffen
Englischguard; preserve; protect; save
Esperantoantaŭgardi
Französischpréserver
Saterfriesischwoarje
Spanischguardar