Information über das Wort activeren (Niederländisch → Esperanto: aktivigi)

Synonyme: aanzetten, in werking stellen

WortartVerb
Aussprache/ɑktiˈveːrə(n)/
Trennungac·ti·ve·ren

Konjugation

Indikativ
PräsensPräterium
(ik) activeer(ik) activeerde
(jij) activeert(jij) activeerde
(hij) activeert(hij) activeerde
(wij) activeren(wij) activeerden
(jullie) activeren(jullie) activeerden
(gij) activeert(gij) activeerdet
(zij) activeren(zij) activeerden
Konjunktiv
PräsensPräterium
(dat ik) activere(dat ik) activeerde
(dat jij) activere(dat jij) activeerde
(dat hij) activere(dat hij) activeerde
(dat wij) activeren(dat wij) activeerden
(dat jullie) activeren(dat jullie) activeerden
(dat gij) activeret(dat gij) activeerdet
(dat zij) activeren(dat zij) activeerden
Imperativ
Einzahl/MehrzahlMehrzahl
activeeractiveert
Partizipien
PräsenspartizipPerfektpartizip
activerend, activerende(hebben) geactiveerd

Übersetzungen

Albanischaktivizohem; aktivizoj
Deutschaktivieren; in Gang bringen; aktive Bedeutung geben; aktive Form geben
Englischactivate
Esperantoaktivigi
Französischactiver; mettre en action; mettre en mouvement
Isländischkveikja á
Katalanischactivar
Papiamentoaktivá
Portugiesischactivar
Ungarischaktivizál; mozgósít
Westfriesischaktivearje