Informasie oor die woord instructeur (Nederlands → Esperanto: instruisto)

Sinonieme: leraar, meester, onderwijzer, leerkracht

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ɪnstrɵkˈtør/
Afbrekingin·struc·teur
Geslagmanlik
Meervoudinstructeurs

Voorbeelde van gebruik

In het toestel zaten een instructeur en een leerling.

Vertalinge

Afrikaansonderwyser
Albaniesmësues
Deenslærer
DuitsLehrer; Lehrmeister
Engelsinstructor
Engels (Ou Engels)lareow
Esperantoinstruisto
Faroëeskennari; lærari
Fransinstituteur
Hawaiïeskumu
Hongaarstanár; tanító
Italiaansmaestro
Jamaikaanse Patoistiicha
Jiddisjלערער
Katalaansmestre; professor
Maleispengajar; guru
Nederduitsleyraar
Noorslærer
Papiamentsinstruktor
Poolsnauczyciel
Portugeesmestre; professor
Russiesучитель
SaterfriesKoaster; Leerder; Mäster
Spaansmaestro
Swahilimwalimu
Sweedslektor; lärare
Thaiครู
Tsjeggiesučitel
Walliesathro
Wes‐Frieslearaar