Informasie oor die woord printen (Nederlands → Esperanto: presi)

Sinonieme: afdrukken, boekdrukken, drukken

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈprɪntə(n)/
Afbrekingprin·ten

Vervoeging

Aantonende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(ik) print(ik) printte
(jij) print(jij) printte
(hij) print(hij) printte
(wij) printen(wij) printten
(jullie) printen(jullie) printten
(gij) print(gij) printtet
(zij) printen(zij) printten
Aanvoegende wys
Teenwoordige tydVerlede tyd
(dat ik) printe(dat ik) printte
(dat jij) printe(dat jij) printte
(dat hij) printe(dat hij) printte
(dat wij) printen(dat wij) printten
(dat jullie) printen(dat jullie) printten
(dat gij) printet(dat gij) printtet
(dat zij) printen(dat zij) printten
Gebiedende wys
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
printprint
Deelwoorde
Teenwoordige deelwoordVerlede deelwoord
printend, printende(hebben) geprint

Vertalinge

Afrikaansdruk
Deenstrykke
Duitsdrucken; prägen
Engelsprint
Esperantopresi
Faroëesprenta
Finspainaa
Fransimprimer
Hongaarsnyomtat
Italiaansstampare
Katalaansimprimir
Luxemburgsdrécken
Noorstrykke
Papiamentsimprimi
Poolsdrukować
Portugeesestampar; imprimir
Roemeenstipări
Saterfriesdrukke
Spaansestampar; imprimir
Sweedstrycka
Thaiบีบ
Turksbasmak
Wes‐Friesôfprintsje; printsje