Informasie oor die woord geestelijke (Nederlands → Esperanto: pastro)

Sinonieme: pastor, priester, zielszorger, zielverzorger, herder

Woordsoortselfstandige naamwoord
Uitspraak/ˈɣestələkə/
Afbrekinggees·te·lij·ke
Geslagnatuurlik
Meervoudgeestelijken

Voorbeelde van gebruik

Het was voor een geestelijke uit die tijd overigens zo vreemd niet dat hij wat doof aan zijn Latijnse oor bleek en zij die Cedric had aangesproken, wist dat heel goed.
Moeten we misschien een geestelijke van die jongen maken?

Vertalinge

Afrikaanspriester; pastoor
Albaniesprift
Deenspræst
DuitsGeistlicher; Pastor; Pfarrer; Priester
Engelsclergyman; priest
Engels (Ou Engels)preost; sacerd
Esperantopastro
Faroëesprestur
Finspappi
Fransabbé; curé; prêtre
Italiaanscurato; prete; sacerdate
Katalaanscapellà; pastor; sacerdot
LuxemburgsGeeschtlechen; Hiert
Portugeesclérigo; padre; sacerdote
Russiesбатюшка
SaterfriesGäistelke; Pestoor; Priester
Spaanspastor; sacerdote
Sranandomri
Tsjeggiesduchovní; kněz
Wes‐Friespastoar