Sinonieme: gadeslaan, in acht nemen, observeren, toekijken, toezien, houden
Woordsoort | werkwoord |
---|
Uitspraak | /ˈʋaːrnemə(n)/ |
---|
Afbreking | waar·ne·men |
---|
Vervoeging
Aantonende wys |
---|
Teenwoordige tyd | Verlede tyd |
---|
(ik) neem waar | (ik) nam waar |
(jij) neemt waar | (jij) nam waar |
(hij) neemt waar | (hij) nam waar |
(wij) nemen waar | (wij) namen waar |
(jullie) nemen waar | (jullie) namen waar |
(gij) neemt waar | (gij) naamt waar |
(zij) nemen waar | (zij) namen waar |
Aanvoegende wys |
---|
Teenwoordige tyd | Verlede tyd |
---|
(dat ik) waarneme | (dat ik) waarname |
(dat jij) waarneme | (dat jij) waarname |
(dat hij) waarneme | (dat hij) waarname |
(dat wij) waarnemen | (dat wij) waarnamen |
(dat jullie) waarnemen | (dat jullie) waarnamen |
(dat gij) waarnemet | (dat gij) waarnamet |
(dat zij) waarnemen | (dat zij) waarnamen |
Gebiedende wys |
---|
Enkelvoud/Meervoud | Meervoud |
---|
neem waar | neemt waar |
Deelwoorde |
---|
Teenwoordige deelwoord | Verlede deelwoord |
---|
waarnemend, waarnemende | (hebben) waargenomen |
Deze was 90 jaar eerder voor het laatst in de jungle op het eiland waargenomen.
Houd een vochtig blauw lakmoespapiertje boven het schaaltje en neem de geur waar.